In een tijd met stijgende kosten door onder andere inflatie en hoge energieprijzen, werkt het kabinet aan koopkrachtverbetering voor alle Nederlanders. Werkgevers komt de overheid tegemoet via lastenverlichting en een sterkere arbeidsmarkt. Dat blijkt uit de Prinsjesdagplannen voor 2023. Dit betekent het voor jouw bedrijf.
Nederlandse ondernemers en hun medewerkers toonden veel veerkracht tijdens de coronacrisis. Daarom is het volgens het kabinet extra wrang dat zoveel bedrijven nu opnieuw grote problemen hebben vanwege alle kostenstijgingen. Zeker in het midden- en kleinbedrijf. Daarom zet het kabinet in op versterking van het mkb-ondernemersklimaat. Bijvoorbeeld via een betere toegang tot financiering en ondersteuning bij verduurzaming. Het kabinet blijft ook verder investeren in een aantrekkelijk vestigingsklimaat, innovatieve startups en het benutten van alle kansen die digitalisering biedt.
Hoger minimumloon
Om de inkomenspositie van werkenden te verbeteren, zet het kabinet in op een verhoging van het minimumloon met 10%. Voor werkenden daalt de inkomstenbelasting en stijgt de arbeidskorting, zodat werken meer loont. Deze maatregelen worden onder andere gedekt door hogere belastingen op winst en vermogen, waarbij het midden- en kleinbedrijf zoveel mogelijk wordt ontzien.
Diverse belastingmaatregelen
Het kabinet wil meerdere belastingmaatregelen doorvoeren. Zoals wijzigingen in het vpb-tarief en een versnelde afbouw van de zelfstandigenaftrek. Er wordt structureel € 600 miljoen uitgetrokken om de werkgeverslasten van bedrijven te verlagen en investeringen aantrekkelijker te maken. Aanpassingen in box 2 in 2024 helpen daarbij, net als een een lagere Aof-premie voor kleine werkgevers, en uitbreiding van de Energie-investeringsaftrek (EIA), Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Werkkostenregeling.
Ruim baan voor vaste contracten en opleiding
De overheid wil dat de arbeidsmarkt goed functioneert, zeker nu veel bedrijven kampen met personeelstekorten. Het kabinet werkt daarom aan een nieuwe balans tussen vaste en flexibele contracten. De overheid wil oproepcontracten afschaffen, behalve voor scholieren en studenten. Goed werkgeverschap loont en ook arbeidsmigranten verdienen een fatsoenlijke behandeling. Om te stimuleren dat mensen meer uren gaan werken, worden in de loop van deze kabinetsperiode de kosten voor kinderopvang voor alle werkende ouders bijna geheel vergoed. Ook komt er een certificeringsplicht voor uitzendbureaus per 2025.
Verder wil het kabinet de leer- ontwikkelcultuur op de werkvloer versterken. Daarom komen er leerrechten voor praktisch geschoolden en krijgt de STAP-regeling 500 miljoen euro extra (over vier jaar) specifiek voor mensen met maximaal een MBO-4 diploma.