Kalfjes aaien en kwalitatief voedsel: een klasse(n)bezoek bij melkveehouderij ’t Boterik

artikel

Langs de Boterwijksestraat staat een vrouw in een oranje hesje. Ze valt op tussen al het groen. Met haar armen gebaart ze enthousiast dat ik links moet afslaan. “Oh! Ik verwachtte een auto vol kinderen”, zegt ze. “Jij bent vast van AB Werkt?”

Vandaag, 16 juni, komen groep één en twee van Basisschool De Achtbaan in Eindhoven op bezoek bij Melkveebedrijf ’t Boterik. Het Oirschotse bedrijf is aangesloten bij ‘Klasseboeren’. AB Werkt is trotse sponsor en partner van het initiatief. Tijdens ‘de Week van de Klasseboer’ worden tien verschillende bedrijven die aangesloten zijn bij AB Werkt bezocht door klassen in de regio. Daar is ’t Boterik er één van. De melkveehouderij is in 1993 overgenomen door Henrie en Mieke van Hersel.

Op deze zonnige dag staat Mieke langs de weg om de begeleidende ouders op te vangen. Om kwart over negen ’s ochtends is het nog niet erg warm, maar wel aangenaam. Een prachtige dag om buiten te zijn. “Maar ook als het regent is het een mooie dag”, zegt Mieke met een glimlach. “Je moet er zelf een mooie dag van maken, zeg ik altijd.” Voor Henrie en Mieke is het belangrijk om de kleintjes te laten zien waar hun voedsel vandaan komt. “Kinderen weten gewoon niet waar hun eten vandaan komt. In de stad niet, maar ook hier in Oirschot niet.”

 

 

Fristi uit de koe

Iets na half tien zijn de ouders en kinderen gearriveerd. Boer Henrie staat in zijn kobaltblauwe overall te wachten. Met zijn armen leunt hij over het hek. “Zijn jullie de kinderen van De Achtbaan?” Direct vragen kinderen én ouders naar ‘de hondjes’. Op de bovenverdieping van een stal liggen een paar jonge en ook oudere boerenfoxen, die voor flink wat oohs en aahs zorgen. Maar voordat ze de rest van de dieren mogen ontmoeten, krijgen ze eerst les van de boer.

De kinderen verzamelen zich rond de tafel en kijken met grote ogen naar Henrie. Hij vraagt ze één voor één naar hun huisdieren. “Niemand van jullie heeft thuis koeien, hè?”, zegt hij terwijl hij er een paar zuivelverpakkingen bij pakt. Vanillevla, kaas, Fristi – en natuurlijk melk. “Fristi komt niet uit de koe”, merkt een meisje op. “Oh, jij bent heel slim”, zegt Henrie. “Dat klopt. Daar zit een aardbeitje bij.”

Het hele boerderijleven komt voorbij in Henrie’s praatje. Hoeveel eieren legt een kip? Wat doet een boer met varkens? Wat deden paarden vroeger op een boerderij? En waarom vind je er ook vaak katten? Als Henrie een spannend verhaal over ratten vertelt, lijkt de tafel ineens een stuk kleiner. De kinderen staan bijna op hun stoel om ieder woord mee te krijgen.

 

Alles begint hier

Voordat ze naar buiten mogen, krijgen ze nog een waarschuwing mee. “Waar is de staart van een koe voor?”, vraagt Henrie. “Om de billen af te vegen!”, roept een kind enthousiast. Henrie: “Als jullie ze laten schrikken, gaat de staart omhoog en poepen ze. Dus niet hard schreeuwen bij de koeien.” Mieke, Henrie en de ouders lopen met de kinderen mee over de boerderij. Nu kan de pret echt beginnen. Ze houden kittens vast (“Pas op, ze hebben nagels om muizen mee te vangen.”), aaien kalfjes en rijden kruiwagens vol hooi naar de stal. De kinderen helpen de boer om het hooi aan de koeien te voeren. “Ze hebben de hele dag nog niet gegeten, dus jullie moeten me helpen”, zegt Henrie. Het hooi vliegt alle kanten op.

Na het borstelen van shetlandpony ‘Pimmetje’, is het tijd voor een wedstrijdje. Wie als eerste bij een heuvel in het gras is, wint. De boer telt af en één jongetje rent precies de verkeerde kant op. “Dat kan er maar eentje zijn”, zegt een ouder lachend. “Die van ons natuurlijk.”

De dag wordt afgesloten met een ritje van een zelfgemaakte glijbaan en een bezoek aan nog een koeienstal, waarbij kinderen bovenop de dieren worden gezet. Maar de boer heeft nog een laatste verrassing in petto. Een hooiwagen staat klaar voor de kleintjes en een paar dappere ouders. De hobbelige weg langs velden met gewassen zorgt voor een hoop blije, schreeuwende kinderen. “Alles wat er vanavond op je bord ligt, begint hier”, zegt Henrie als ze even stilstaan tussen de velden. Hij heeft het zowel tegen de kinderen als de volwassenen. “Hier begint alles. Van een tomaat tot een stukje vlees.”

Vreugde en bewustwording

Als de kinderen weer naar school zijn, verschijnt Henrie in de deuropening in een korte broek en T-shirt. Je moet twee keer kijken. “De overall is bedoeld om de aandacht vast te houden”, zegt hij. “Soms zeggen kinderen: ‘Mijn vader heeft ook een uniform.’ Het brengt toch iets over.” Henrie en Mieke deden in 2009 voor het eerst mee met Klasseboeren. “We doen het voor de vreugde die het brengt”, zegt Mieke. “Het is zo fantastisch om al die blije kopjes te zien.” Het stel is ook erg trots op hun vak. “Hoe mooi is het als we dat kunnen delen met anderen?”, zegt Henrie. “En we ze er ook nog enthousiast over kunnen maken?”

Voor de jongste basisschoolkinderen is de boodschap van Henrie en Mieke simpel: eten en drinken komt niet uit de winkel. “Ik kan niet zomaar beginnen over stikstof”, zegt Henrie. “Dat begrijpen ze niet. Ik ben al gelukkig als ze straks naar huis gaan, een pak vla in de koelkast zien staan en zeggen: ‘Hey, dit komt bij boer Henrie vandaan!’  Uiteindelijk is ons doel om ervoor te zorgen dat ze kiezen voor kwalitatief Nederlands voedsel als ze later zelf in de supermarkt staan.”