Familiebedrijven onderscheiden zich op veel vlakken van andere bedrijven. Ze staan bekend als innovatiever, meer risicobewust en hebben hechte teams. Toch kent het werken in een familiebedrijf ook valkuilen. HR bij AB Werkt geeft tips en neemt je mee in de voordelen en valkuilen van een familiebedrijf.
Familiebedrijven zijn belangrijk voor Nederland. Samen zorgen zij voor ruim 49 procent van de werkgelegenheid. Maar liefst 69 procent van alle bedrijven in ons land mag zich een familiebedrijf noemen. Zij voldoen aan twee van de drie volgende criteria: meer dan 50 procent van het bedrijf is in handen van één familie, diezelfde familie neemt de beslissingen en de meerderheid van het bestuur komt uit dezelfde familie.
De basis: passie
Een familiebedrijf ontstaat vaak vanuit passie voor een ambacht of product. Die passie is voelbaar op de werkvloer, omdat er doorgaans meerdere familieleden in het bedrijf werken. Deze medewerkers geven de liefde voor het bedrijf door, van generatie op generatie. ‘Ook voor de reguliere werknemers in het bedrijf die geen familiebanden hebben, werkt die passie aanstekelijk’. ‘Medewerkers die geen familie zijn voelen zich zo al snel deel van de familie en betrokken. Dat bindt hen aan het bedrijf’, aldus HR deskundige van AB Werkt.
De keerzijde van die passie is dat eigenaren soms moeite hebben om hun enthousiasme te blijven delen met medewerkers. ‘Vraag je daarom regelmatig af: ben ik net zo enthousiast over mijn bedrijf tegen mijn medewerkers als tegen mijn klanten? Luidt het antwoord nee, dan is er werk aan de winkel.’
Communicatie: hard tegen hard?
Een ander berucht fenomeen bij familiebedrijven: de communicatiestijl. Familieleden zijn doorgaans eerlijker naar elkaar dan naar collega’s die geen familie zijn. Als het bedrijf lekker loopt, zorgt de informele communicatiestijl voor een goede sfeer en voelen medewerkers zich op hun gemak. Maar in een familiebedrijf kan het ook hard tegen hard gaan, bijvoorbeeld als het bedrijfsresultaat tegenvalt. HR: ‘Medewerkers zien dan ineens een heel andere kant van hun leidinggevenden en kunnen daarvan schrikken.‘ Waak ervoor dat die harde communicatiestijl niet de norm wordt. Als medewerkers zich daardoor minder thuis gaan voelen in de organisatie, gaan ze misschien wel op zoek naar een andere baan. Een tip daarbij is: wees je bewust van de verschillende petten die je op hebt. Bedenk welke pet in welke situatie geschikt is: bijvoorbeeld die van collega, vader, directielid of broer.’
Besluitvorming: aan de keukentafel
Familiebedrijven staan bekend om hun open communicatie. De lijntjes naar familieleden zijn korter. Je hoeft niet over dertig schijven om tot een besluit te komen. Het voordeel is dat beslissingen in familiebedrijven makkelijk tot stand komen. Korte lijntjes zijn goed, tenzij overleggen alleen binnen de familie plaatsvinden. Tijdens het avondeten, familiefeestjes of verjaardagen. ‘De keukentafel is vaak het centrum van een familiebedrijf: die fungeert in de ochtend als ontbijtplek voor de familie, in de middag als bedrijfskantine en ’s avonds als vergadertafel voor de directie’, aldus HR bij AB Werkt. ‘Zorg ervoor dat je de juiste informatie op het juiste moment met ál je medewerkers deelt. En dat gesprekken niet te veel door elkaar heen gaan lopen. Door ze los te koppelen, lopen medewerkers die niet bij de familie horen geen cruciale informatie mis.’
Aanpassingsvermogen: samen innoveren
Die keukentafelgesprekken hoeven niet overboord, aldus de HR deskundige bij AB Werkt. ‘ Het is goed om als familie zulke momenten te hebben. Je hebt als familie vaak een groter verantwoordelijkheidsgevoel dan de rest van de medewerkers, en dat maakt je risicobewust. Die houding zorgt voor een sterke lange termijnvisie en maakt dat familiebedrijven zich makkelijker aanpassen aan veranderingen.’ Maar vergeet de gesprekken niet terug te koppelen naar de rest van je personeel, benadrukt HR. ‘Zo voorkom je scheve gezichten én bouw je aan het teamgevoel. Dat is noodzakelijk om je team mee te nemen in beslissingen en helpt om als familiebedrijf snel te innoveren.’
Tips:
- Wees je bewust van de verschillende ‘petten’. Kies bij de situatie de geschikte communicatiestijl.
- Maak een medewerker mentor van een nieuw familielid in het bedrijf. Zo leert je familielid door een andere bril naar het bedrijf te kijken.
- Bedenk hoe alle medewerkers in het bedrijf de juiste informatie tot zich krijgen, bijvoorbeeld met een bepaalde overlegstructuur met vaste momenten.